Shopping Cart

2021 jaar van waarheid voor Theo Bos

Topsport / 4 Min / door Thijs Verkuil

Terwijl het wielerseizoen weer op volle snelheid voorbij raast, ligt de focus voor Theo Bos al op 2021. De vijfvoudig wereldkampioen op de baan heeft zich volledig gericht op één prijs die nog ontbreekt in zijn prijzenkast: een gouden medaille op de Olympische Spelen. Met nog één plek te vergeven in de baanselectie van bondscoach Hugo Haak, richt Theo zijn vizier op die plek: als starter op het koningsnummer van het baanwielrennen: de teamsprint.

Tussen 2004 en 2007 was Theo Bos de snelste man in het baanwielrennen. In 2004 pakte hij een gouden medaille op het Wereldkampioenschap in Melbourne en uiteindelijk drie jaar later pakte hij zijn vijfde wereldtitel in Mallorca. Driemaal sprint, éénmaal kilometer en één keer keirin. Daarnaast verbeterde Theo ook het wereldrecord op de 200 meter met vliegende start in 2006. Ook ging hij geregeld naar Japan, om daar in een speciale keirinwedstrijden te rijden, één van de grootste evenementen van Japan, waar veel geld op wordt gegokt en in gewonnen wordt.

Wisselend succes op weg en baan


In 2009 maakte hij de overstap naar Rabobank voor een carrière in het wegwielrennen. In zeven seizoenen, waarin hij rijdt bij Cervelo, weer Rabobank/Belkin en MTN-Qhubeka/Dimension Data, sprint hij naar 37 profoverwinningen. In 2016 maakt hij weer de overstap naar de baan. Theo kwalificeerde zich in direct 2016 voor de Olympische Spelen. Tijdens een bike-off in Roubaix verslaat Hugo Haak en verzekert zich van een plaats in de Olympische ploeg. Ook keert hij weer terug naar Japan voor de keirin. Nu, vijf jaar na de bike-off in Roubaix, is het juist Hugo Haak die weer een bike-off organiseert voor de laatste plaats in ploeg voor de teamsprint in Tokyo. "In 2016 was het voor positie twee en drie en nu zal het voor positie één zijn," blikt Theo vooruit. "Dat is natuurlijk anders, maar het idee is hetzelfde. Je moet gewoon de snelste zijn."

- Die gouden medaille blijft dus voorlopig uit voor Theo en daar moet nu verandering in komen.


Op de Olympische Spelen kent Theo gemengd succes. Bij zijn eerste deelname in 2004, in Athene, verliest hij de finale tegen Ryan Bailey en moet hij genoegen nemen met zilver. In 2008 zit het nog meer tegen. Ondanks een volledig nieuw ontworpen fiets, de Koga Kimera, wordt hij uitgeschakeld in de kwartfinale door Mickaël Bourgain. Op de keirin valt hij er letterlijk tussenuit, als hij de vallende Kamil Kuczynski niet kan ontwijken. Ook in 2016 pakken de Spelen niet uit zoals gehoopt. De Nederlandse ploeg komt niet verder dan de kwalificaties en ook op de individuele nummers wordt geen medaille gegrepen. Die gouden medaille blijft dus voorlopig uit voor Theo en daar moet nu verandering in komen.

Nieuwe uitgangspositie

Voor Tokyo 2021 zijn de kaarten anders geschud. De teamsprint van de Nederlandse ploeg is ontzettend succesvol met Harrie Lavreysen en Jeffrey Hoogland als 'afmakers'. Al drie jaar op rij wist de ploeg de gouden medaille te pakken op de Wereldkampioenschappen en wereldrecords worden verbroken. Logischerwijs is de ploeg dan ook de topfavoriet voor de Olympische Spelen. Twee van de drie namen voor de teamsprint kunnen al met pen ingevuld worden, maar er is nog één ticket te vergeven. Er was een bike-off gepland in juni voor dit laatste ticket: als starter in de teamsprint. Echter gooide het coronavirus de hele wereld op z’n kop en werden de Olympische Spelen verplaatst naar 2021. Zo ook de bike-off. Voor Theo betekent dat hij in het voorjaar van 2021 nog één kans krijgt om zich te plaatsen voor de Spelen in Tokyo, een plaats op het koningsnummer van het baanwielrennen.

"De afgelopen coronaperiode heb veel krachttraining gedaan om sterker te worden", zegt Theo over zijn trainingen. "Ik heb altijd op de tweede of derde positie gereden in de teamsprint, dus nu moet ik de shift maken naar de eerste positie. Ik ben van een baanrenner met inhoud die een inspanning van ongeveer 25 seconden moet doen, gegaan naar een renner die vanuit een staande start een inspanning doet van zeventien seconden. Daar is vooral krachttraining bij komen kijken."

In de bike-off zal Theo het opnemen tegen hoogstwaarschijnlijk drie tegenstanders. Sam Ligtlee, Nils van ’t Hoenderdaal en Roy van den Berg zullen zijn concurrenten zijn. Van ’t Hoenderdaal was er bij op het WK in 2018 en Van den Berg was de starter op de wereldkampioenschappen in 2019 en 2020. Echter is het een bike-off die het verschil zal maken tussen de vier. In die bike-off zullen de vier het tegen elkaar opnemen en degene met de snelste tijden na een nog onbekend aantal sprints zal dat laatste ticket ontvangen.

"Ik ben wat explosiever geworden en qua duurvermogen kan ik dat ook langer volhouden."


De nieuwe trainingen werpen direct zijn vruchten af. "Als je wat uitrust van de krachttraining en wat specifieker op de baan gaat rijden, dan merk je direct verschil. Ik ben wat explosiever geworden en qua duurvermogen kan ik dat ook langer volhouden. Voor de start is het gewoon ontzettend belangrijk.", merkt Theo op over zijn resultaten. "Kijk je naar de snelheid van Groot-Brittannië, dan is dat het niveau waar je naar toe wilt. Als je dat haalt, dan kunnen die andere twee (Lavreysen en Hoogland, red.) het afmaken."

Theo: "Het plaatsen voor Tokyo zou natuurlijk ontzettend mooi zijn. In Japan is mijn carrière toch een beetje begonnen, dus om het daar goed af te sluiten zou ontzettend mooi zijn. Het zal dan niet op de keirin of sprint zijn, omdat die tickets al zijn verdeeld, maar de teamsprint is net zo mooi." Daardoor zal alles in het teken staan van de teamsprint, met dat ene doel: een gouden medaille pakken in Japan, zijn Japan.


DELEN: 


Shop onze 
swaggy cycling kits
Fietsen kan op twee manieren: hard of 
gesoigneerd. Met de BEAT kit en producten 
kan je beiden combineren.
 
Blijf op de hoogte
en ontvang alle updates
Ontvang de BEAT nieuwsbrief en 
krijg toegang tot exclusieve 
content.