Een dag in de kopgroep met Stefano Museeuw
Topsport / 4 Min / door Thijs Verkuil
Bij de eerste koers van het seizoen, Le Samyn, vertegenwoordigde Jan-Willem van Schip BEAT in de kopgroep van de dag. Paar dagen later in de Grote Prijs Jean-Pierre Monseré was het Stefano Museeuw die uren lang de ploeg in de kijker reed. Maar hoe is het nu om een dag in de kopgroep te rijden? We vroegen het aan Stefano.
Nog voordat de koers begonnen is, begint eigenlijk al het plan om in mee te zitten in de ontsnapping. "Het begint bij de teammeeting de dag van te voren", vertelt Stefano. "Het doel was om een mannetje mee te hebben in de vroege vlucht. Iedereen keek een beetje naar elkaar en ik keek eigenlijk naar de rest, omdat het voor mij de eerste koers was het seizoen. Ik had nog geen idee waar ik echt stond. Waarom zou ik dan in de vroege vlucht gaan?" Het antwoord op die vraag geeft het Welpje van Vlaanderen gelukkig zelf: "als je niet meezit, maar je hebt het wel geprobeerd, zit je de hele dag met zware poten. Dan kom je zeker niet in die finale."
Toch kwam ploegleider Egon van Kessel met het voorstel voor de Belg om mee te gaan met de kopgroep. "Egon vroeg aan mij: 'Museeuwke, wat is jouw plan voor morgen?' en ik zei tegen Egon dat ik eigenlijk geen plan had en zo lang mogelijk wilde aanhaken tot in de finale. Toen zei hij bijna direct: 'Wat als ik zeg dat jouw plan is om toch mee te gaan in die vroege vlucht?'" Zelf was Stefano niet direct er van overtuigt met zijn vorm, maar gelukkig waren Jan-Willem van Schip en Luuc Bugter dat wel: "Jij kan dat ook gewoon, je moet er gewoon in geloven", waren hun reacties.
“Dan weet je dat het een lange dag wordt en dat het enorm veel pijn gaat doen.”
Bij de start van de koers, stond de Belg goed vooraan gepositioneerd en de benen voelde goed. Dan is het wachten op het juiste moment voor de versnelling. "Op een gegeven moment zag ik dat Iljo Keisse het blok er op ging doen en het tempo er uit haalde en Mark Cavendish zat ook wel goed vooraan. Er waren al 3 à 4 vertrokken, maar dat was voor mij het mooi moment om er zelf naar toe te springen."
"Ik kwam er bij en heb twintig minuten lang niet meer achter mij gekeken", blikt hij terug op zijn aanval. "Ik wilde zeker zijn dat we weg waren en als dan de 'bordjesman' langs komt en je ziet dat je een minuut hebt, weet dat het een lange dag wordt en dat het enorm veel pijn gaat doen."
En die voorspelling van Stefano klopte helemaal, maar toch heeft hij er echt van genoten. "Op het laatste deed het veel pijn, maar het was ook echt genieten. Het was in mijn eigen streek, mijn vader stond langs de kant, mijn mekanieker van uit de cyclocross, Ronnie, stond er ook. Als je dan de eerste keer doorkomt op dat rondje, dan is dat wel een kippenvelmomentje. Dan zie je je vader staan en je oude mekanieker die altijd mee ging. Ze roepen dan nog advies naar je van "goed eten en drinken!" en dan zie je hun blikken dat ze enorm trots zijn." Ook de reacties van buitenaf zijn lovend voor de Belg. "Toen ik thuiskwam had ik echt heel veel berichten gehad. Ik had het zelf misschien wel onderschat, want het leek niet iets heel speciaals voor mij, maar het is eigenlijk wel echt een opsteker, zo'n dag in de vroege vlucht."